Miskraam

Algemene informatie

Een miskraam is het verlies van een jonge zwangerschap. Er is geen hartslag (meer) bij het vruchtje. Ongeveer 1 op de 10 zwangerschappen eindigt in een miskraam. Meestal wordt een miskraam veroorzaakt door een aanlegstoornis; een afwijking die bij de bevruchting is ontstaan. Het vruchtje kan dan niet verder groeien en de zwangerschap wordt door het lichaam afgestoten. Je kunt een miskraam niet voorkomen of tegenhouden; helaas gebeurt het zonder dat je er iets aan kunt doen.

Vaak zijn vaginaal bloedverlies en/of buikpijn de eerste tekenen van een miskraam. Toch hoeft bloedverlies hoeft niet altijd te wijzen op een miskraam. Ongeveer 1 op de 5 zwangeren heeft in het begin van de zwangerschap wat bloedverlies en dit kan bijvoorbeeld ook komen door de innesteling van het vruchtje of doordat de baarmoedermond wat makkelijker bloedt. Meestal wordt het binnen een paar dagen duidelijk of het bloedverlies door een miskraam komt of niet. Bij twijfel over bloedverlies, als het toeneemt en/of je krampende buikpijn krijgt, is het goed om contact op te nemen met ons.

Als een miskraam op gang komt, heb je helderrood bloedverlies en vaak ook krampende buikpijn. Dit bouwt op tot het moment dat het vruchtje loslaat. Het bloedverlies wordt daarna minder en zal geleidelijk afnemen in een week. Als je het vruchtje wilt proberen op te vangen –wat niet noodzakelijk is-, kun je telkens bij het naar de wc gaan een zeef of vergiet in de toiletpot zetten zodat je de stolsels wat beter kunt bekijken. Als je het vruchtje opgevangen hebt, kun je ervoor kiezen om het in een glas/bakje koud water te leggen; zo kun je het vaak het best zien en even bewaren. Gebruik tijdens de miskraam dikke maandverbanden, geen menstruatiecup of tampons. Je mag gerust paracetamol gebruiken tegen de pijn en warmte (bijvoorbeeld d.m.v. een warmwaterzak) kan verlichting geven.

Als het vaginaal bloedverlies begonnen is, duurt het meestal een paar dagen tot 2 weken tot het vruchtje vanzelf komt. Wanneer je niet langer wilt afwachten of als de miskraam niet compleet is, kan er medicatie gegeven worden om de miskraam op te wekken of kan er een curettage gedaan worden. Je bepaalt zelf in overleg met de verloskundige en/of gynaecoloog wat het beste bij jou situatie past.